Bleekselderij zelf telen

Inleiding
Bleekselderij is een veelzijdige en gezonde groente die niet in je moestuin mag ontbreken. Deze groente staat bekend om zijn knapperige stengels, die zowel rauw als gekookt in talloze gerechten worden gebruikt. Maar er komt wel wat geduld en aandacht bij kijken om bleekselderij zelf te telen.
Bleekselderij (Apium graveolens var. dulce) is een groente met een lange geschiedenis. Oorspronkelijk komt de plant uit het Middellandse Zeegebied, waar de wilde variant van nature groeit in moerassige gebieden. Bleekselderij, zoals wij die kennen, is door de eeuwen heen gecultiveerd tot een smaakvoller en zachter gewas dan zijn wilde voorouder.
De naam ‘bleekselderij’ verwijst naar het traditionele proces van “bleken” ofwel het afschermen van het licht tijdens de teelt, waardoor de stengels hun bleke kleur krijgen. In het Engels heet de groente gewoon celery, dus zonder een verwijzing naar het bleken. Selderij is in Nederland echter de meer gangbare naam voor snijselderij, een variant dat vooral voor het blad wordt gekweekt. We houden het daarom voluit op bleekselderij om mogelijke verwarring te voorkomen.
In de keuken wordt bleekselderij veel gebruikt in soepen, salades, roerbakgerechten en als gezonde snack met dips. Behalve een culinaire rol, wordt de groente ook wel eens genoemd in de volksgeneeskunde, waar het bekend staat om zijn vocht afdrijvende werking.
Bleekselderij is een tweejarig gewas dat in de moestuin meestal als eenjarig wordt geteeld. Het behoort tot de schermbloemenfamilie (Apiaceae) en staat in dezelfde groep als wortels, peterselie en pastinaak. Een opvallende bijnaam voor bleekselderij is “selder” of “stengelselderij”, maar deze namen worden regionaal gebruikt.
Leuk weetje:
bleekselderijwordt soms beschouwt als “negatieve calorieën”-voedsel. Dit idee komt voort uit de bewering dat je lichaam meer calorieën verbrandt bij het verteren van bleekselderij dan dat de groente zelf bevat.
Hoewel dit niet helemaal klopt (de calorieën die je verbrandt bij het verteren van voedsel zijn minimaal), bevat bleekselderij wel erg weinig calorieën. Dit komt doordat bleekselderij voor ongeveer 95% uit water bestaat, met slechts een kleine hoeveelheid vezels en voedingsstoffen. Daardoor is het een populaire keuze voor mensen die op hun gewicht letten.


Zaaien van bleekselderij
De Tuinagenda hanteert voor bleekselderij de volgende gegevens en zaaiperiodes. Het is vrij lastig om te bepalen hoeveel planten bleekselderij je moet telen om in je behoefte te voorzien. Als je van plan bent om per keer een hele plant te oogsten dan kun je van meerdere zaaimomenten gebruik maken. Je houdt dan na elke oogst nog (nieuwere) planten over. Meer planten vraagt uiteraard extra ruimte in je moestuin.
Ben je geen grootgebruiker van bleekselderij, dan kun je er voor kiezen om alleen de buitenste stengels van de plant te oogsten en de rest te laten staan. De bleekselderij groeit dan verder en maakt nieuwe stengels aan. Op deze manier heb je veel minder planten en dus ook minder ruimte nodig.
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Half Maart 2384_89b1d2-03> |
Eind Mei 2384_3908d3-b9> |
Begin Juli ∞ 2384_ce8ba5-5c> |
Eind Maart 2384_5125af-22> |
Begin Juni 2384_83689e-11> |
Half Juli ∞ 2384_1fef21-1d> |
Begin April 2384_6bbfae-25> |
Half Juni 2384_2f79f4-97> |
Eind Juli ∞ 2384_db3646-fb> |
Half April 2384_cca174-66> |
Eind Juni 2384_3acac2-d8> |
Begin Augustus ∞ 2384_66352d-bd> |
Eind April 2384_042c18-81> |
Begin Juli 2384_d861c3-00> |
Half Augustus ∞ 2384_7ca130-92> |
Begin Mei 2384_408a71-d8> |
Half Juli 2384_7c1ea7-aa> |
Eind Augustus ∞ 2384_383baf-f2> |
Half Mei 2384_ef1c58-b6> |
Eind Juli 2384_330056-38> |
Begin September ∞ 2384_8570cc-a0> |
Eind Mei 2384_51ddd8-42> |
Begin Augustus 2384_4156bd-8e> |
Half September ∞ 2384_e4ada2-13> |
Begin Juni 2384_a49806-d4> |
Half Augustus 2384_94964e-10> |
Eind September ∞ 2384_786d14-c1> |
Zaai de zaden in kleine potten of trays met een potmaat van ongeveer 5 cm doorsnede. Gebruik een zaaigrond die vocht goed vasthoudt. Leg in elk potje 2 tot 3 zaden, want niet elk zaadje ontkiemt even goed. De zaden hebben licht nodig om te ontkiemen, dus bedek ze niet met aarde, maar druk ze licht aan. Voor een goede kieming is een temperatuur van ongeveer 20 °C nodig. Dit kan worden bereikt met een warme plek op de vensterbank.
De vrij lange kiemtijd van bleekselderij duurt ongeveer 18 dagen. Wanneer de zaailingen opkomen, is het belangrijk om de sterkste plant in elk potje te behouden en de rest te verwijderen. Geef regelmatig water, maar zorg ervoor dat de grond niet te nat blijft, want dat kan wortelrot veroorzaken.


Planten van bleekselderij
Bleekselderij kan worden uitgeplant zodra de zaailingen ongeveer 10 cm hoog zijn en er minstens 4 tot 5 echte blaadjes zijn gevormd. Dit is ongeveer na 65 dagen. Zorg ervoor dat de zaailingen eerst goed afharden door ze een week lang overdag buiten te zetten voordat je ze definitief in de volle grond plant.
Zonder vakkenmethode geef je dat de bleekselderij een vrije ruimte van ongeveer 25 cm in doorsnede. Zorg voor een zonnige, vochtige en wind beschutte plek in de moestuin. De plant groeit het best op vochtige, voedselrijke grond met een goede structuur.
Plant de bleekselderij goed diep zodat deze stevig in de grond staat. Zorg ervoor dat de grond voortdurend vochtig blijft, want bleekselderij houdt van vocht. Droogte kan leiden tot vezelige, harde stengels. Bleekselderij is een trage groeier, zodat je de vrije ruime rondom de jonge plantjes nog kunt gebruiken voor tussenteelt (interplanting) met snel groeiende bladgroenten zoals sla of spinazie, omdat deze eerder geoogst worden.


Oogsten van bleekselderij
Bleekselderij is oogstklaar wanneer de stengels stevig, dik en knapperig zijn. Dit is meestal 3 tot 4 maanden na het planten. De oogsttijd loopt doorgaans van juli tot oktober, afhankelijk van de zaaitijd en de weersomstandigheden.
Je kunt bleekselderij in één keer oogsten of stengel voor stengel. Wil je stengel voor stengel oogsten, dan snijd je de buitenste stengels aan de basis af met een scherp mes. Op deze manier kan de plant verder groeien en nieuwe stengels aanmaken. Bij volledige oogst snijd je de hele plant net boven de grond af.
De stengels worden na de oogst schoongemaakt met water en kunnen tot twee weken in de koelkast worden bewaard. Voor langere bewaring kun je bleekselderij invriezen, maar het verliest dan wel zijn knapperige structuur.
Als je bleekselderij de hele winter laat staan, kan de plant overleven, mits het niet te streng vriest. In een zachte winter of in een koude kas kunnen de planten het volgende voorjaar opnieuw uitlopen. De kwaliteit van de stengels gaat dan snel achteruit, omdat de plant alle aandacht zal richten op het maken van bloemen. Veel moestuinders behandelen bleekselderij daarom als een eenjarig gewas.
Als je de plant zijn gang laat gaan in het tweede jaar, zal hij uiteindelijk bloeien en zaden vormen. Dit kan handig zijn als je je eigen zaden wilt winnen voor een nieuwe teelt. Je hebt dan wel meerdere planten nodig van hetzelfde ras en er mogen geen andere rassen in de buurt staan. Ook bestaat het risico op bestuiving met bijvoorbeeld snijselderij of knolselderij.
De schermbloemen trekken nuttige insecten aan, zoals bijen, vlinders en zweefvliegen, wat weer goed is voor de biodiversiteit in je tuin. Echter, als je de plant laat doorschieten, is hij niet meer geschikt voor consumptie.

Teelt en verzorging
Bleekselderij kent diverse rassen, zoals ‘Tall Utah’ en ‘Goudgele zelfblekende’. De laatste is bijzonder populair, omdat deze zichzelf ‘bleekt’ en geen afdekking nodig heeft om licht buiten te houden.

Ziekten en plagen waar je op moet letten zijn roest, bladvlekkenziekte en wortelrot. Zorg voor voldoende luchtcirculatie rond de planten om schimmelproblemen te voorkomen. Plagen zoals bladluizen kunnen voorkomen, maar vaak worden deze in toom gehouden door natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes.
Bleekselderij kan alleen worden vermeerderd door zaad. Omdat bleekselderij in de moestuin als eenjarig gewas wordt geteeld, hoef je je geen zorgen te maken over overwinteren. Wel is het belangrijk om het gewas goed te verzorgen door regelmatig water te geven en af en toe te bemesten met een organische meststof. Zorg ervoor dat de grond altijd vochtig blijft, vooral tijdens warme zomerdagen.
Met de juiste zorg en aandacht kan bleekselderij een rijke oogst opleveren, die je zowel vers als verwerkt kunt gebruiken. Het is een uitdaging om deze groente te kweken, maar met wat geduld en door de Tuinagenda te volgen, kan iedereen zelf deze smakelijke stengels in de eigen moestuin telen.
Bleekselderij in de kleine tuin
Bleekselderij kan prima groeien in een kleine tuin. Er bestaan verschillende variëteiten van bleekselderij. Buiten verschil in kleur en smaak kan ook de groeiwijze andere zijn. De ene soort groeit voornamelijk rechtop, andere uitstaande stengels heeft en dus meer ruimte vraagt.
Als je de vakkenmethode gebruikt dan past in een vak van 30×30 cm één plant. In een vak van 40×40 cm kun je 2 planten kwijt.
Als blijkt dat je door de rechtop gaande groei ruimte in het vak over houdt, dan kun je altijd nog de methode van tussenteelt gebruiken, zeker als de langzaam groeiende bleekselderij nog niet volgroeid is.
Bleekselderij in de opvolgingsteelt
Bleekselderij is een goede kandidaat voor de opvolgingsteelt in de 2e seizoenshelft. Je benut daarmee de oppervlakte van je tuin optimaal. Op de pagina van de opvolgingsteelt kun je zelf combinaties maken die goed bij jou passen. Gebruik de informatie hieronder als inspiratie voor je eigen ideeën.
Bietjes gevolgd door bleekselderij.

Bloemkool gevolgd door bleekselderij
