Knolvenkel zelf telen

Inleiding
Knolvenkel (Foeniculum vulgare var. azoricum) is een veelzijdige groente die je eenvoudig zelf kunt telen in je moestuin. Zijn oorsprong ligt in het Middellandse Zeegebied. De plant behoort tot de schermbloemenfamilie (Apiaceae), net als wortels, pastinaak en peterselie. Knolvenkel onderscheidt zich van de gewone venkel door de verdikte stengelbasis, die als knol wordt gegeten. Het gewas staat bekend om zijn frisse, anijsachtige smaak en wordt gebruikt in een breed scala aan gerechten, van salades en soepen tot stoofschotels en gegrilde gerechten.
De naam “venkel” is afgeleid van het Latijnse foeniculum, wat “hooi” betekent, een verwijzing naar de fijne, geveerde bladeren. In Italië wordt knolvenkel vaak “finocchio” genoemd en is het een essentieel ingrediënt in de lokale keuken. Het is een eenjarige plant, ideaal voor de Nederlandse moestuin, mits je rekening houdt met haar voorkeuren voor grond, zon en vocht.
Leuke weetjes: Knolvenkel bevat veel vitamine C, vezels en antioxidanten. Naast de knol zijn ook de fijne groene blaadjes eetbaar als garnering. Opvallende namen zoals “zoete venkel” of “Florence venkel” worden soms gebruikt om de zachte smaak te benadrukken.

Knolvenkel zelf telen
Knolvenkel is niet de eenvoudigste groente om te kweken, maar met een beetje aandacht en de juiste omstandigheden is het zeker de moeite waard. In de Tuinagenda staan de gunstigste perioden waarin je knolvenkel het beste kunt zaaien, planten en oogsten. Die gegevens zijn voor elke moestuinder relevant, maar zeker als je meedoet met onze Tuinagenda.

Zaaien van knolvenkel
Je kunt knolvenkel in het voorjaar telen voor een zomeroogst, maar ook vanaf juni voor een opvolginsteelt (successionplanting) in de 2e helft van het seizoen.
Zomeroogst
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Half februari 1296_e1603d-d9> |
Eind Maart 1296_52003d-89> |
Begin Juni 1296_ba6f38-8f> |
Eind Februari 1296_d7e2d3-48> |
Begin April 1296_3b8a5c-77> |
Half Juni 1296_413bd2-3d> |
Begin Maart 1296_460743-1c> |
Half April 1296_f8f45f-0c> |
Eind Juni 1296_fdfd01-2e> |
Half Maart 1296_3a798f-b1> |
Eind April 1296_70f43a-23> |
Begin Juli 1296_1b8817-fd> |
Najaarsoogst
Zorg dat je in de 2e seizoenhelft altijd enkele zaailingen beschikbaar hebt, zodat je direct lege plekken die ontstaan na een oogst kunt opvullen.
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Begin Juni 1296_744624-53> |
Half Juli 1296_ba7675-c7> |
Begin September 1296_dfb045-05> |
Half Juni 1296_5eb8d7-a0> |
Eind Juli 1296_12453a-c4> |
Half September 1296_7c0659-78> |
Eind Juni 1296_d436d3-70> |
Begin Augustus 1296_28f576-8b> |
Eind September 1296_54368a-9e> |
Begin Juli 1296_95a40d-4f> |
Half Augustus 1296_edf4fa-0d> |
Begin Oktober 1296_4e14ff-18> |
Half Juli 1296_a8c953-db> |
Eind Augustus 1296_ae3902-a7> |
Half Oktober 1296_7e6c57-27> |
Eind Juli 1296_7aa185-e3> |
Begin September 1296_d755f2-2b> |
Eind Oktober 1296_4cb51c-db> |
Begin Augustus 1296_33dd76-8d> |
Half September 1296_69e15a-fa> |
Begin November 1296_0a3d4d-ce> |
Half Augustus 1296_dba241-5f> |
Eind September 1296_a2401f-7f> |
Half November 1296_76b2e4-c5> |
Eind Augustus 1296_46ece0-31> |
Begin Oktober 1296_038106-16> |
Eind November 1296_9ce55a-d2> |
Bij het plannen van de teelt is het belangrijk om rekening te houden met de beschikbare ruimte en het feit dat één knolvenkelplant ook maar één knolvenkel oplevert. Voor veel gerechten is dat genoeg voor 2 personen. Ben je met meer personen dan moet je meer knolvenkelplanten per keer oogsten.
Begin met voorzaaien in trays of potten met een diameter van 5-7 cm. Gebruik een zaaigrond die goed water doorlaat maar vochtig blijft, en zorg voor een kiemtemperatuur van 15-20 °C. Voor knolvenkel gebruiken we de methode van clusterzaaien, waarbij we 3 zaadjes per potje of tray zaaien. De zaden ontkiemen binnen 10 dagen. Enkele dagen later kun je de zaailingen uitdunnen, zodat je twee sterkste zaailing per potje overhoudt. Dit is een cluster die ook als cluster geplant wordt. Geef regelmatig water.

Planten van knolvenkel
Laat de jonge plantjes gedurende een kleine week afharden door ze een paar uur per dag te laten wennen aan de buitentemperatuur en de lichtintensiteit.
De clusters van zaailingen zijn klaar om te worden uitgeplant zodra ze 10-15 cm hoog zijn en 3-4 echte bladeren hebben. Dit moment ligt rond de 30 dagen na het zaaien. Zorg bij het uitplanten voor een afstand van minimaal 25-30 cm tot andere planten, zodat de knollen zich goed kunnen ontwikkelen. Knolvenkel groeit het beste op een zonnige, beschutte plek in goed doorlatende, vruchtbare grond. Voeg compost toe voor voldoende voedingsstoffen.
Een volwassen knolvenkel wordt ongeveer 45 centimeter hoog. Knolvenkel doet het goed naast andere groenten zoals wortelen, sla en kool.

Tussenteelt
Je kunt gebruik maken van de beschikbare ruimte tussen knolvenkels zolang het nog kleine, jonge planten zijn. De volgende gewassen zijn voorbeelden van goede kandidaat voor Tussenteelt (interplanting) met de knolvenkels.
- Sla: Sla groeit snel en kan worden geoogst voordat de knolvenkel veel ruimte inneemt. Dit maakt het een uitstekende kandidaat voor tussenteelt.
- Radijs: Radijs is een snelgroeiend gewas dat binnen enkele weken kan worden geoogst, waardoor het goed samen met knolvenkel kan worden geplant.
- Spinazie: Spinazie groeit snel en kan worden geoogst voordat de knolvenkel volledig is ontwikkeld.
- Bietjes: Bietjes hebben een vergelijkbare groeisnelheid als knolvenkel en kunnen goed samen worden geplant, mits er voldoende ruimte is.
Het is belangrijk om te zorgen voor voldoende afstand tussen de planten en om voldoende te voeden, zodat alle gewassen optimaal kunnen groeien. Door de juiste combinaties te kiezen, kun je de opbrengst van het zelf telen van knolvenkel maximaliseren en de beschikbare ruimte efficiënt benutten.
Je kunt knolvenkel eventueel in een pot telen maar dat is minder gemakkelijk, want de knolvenkel mag niet uitdrogen, want dan zal deze snel doorschieten. Door de warmte van een pot gebeurt dat toch makkelijker dan in de volle grond. Telen in de volle grond heeft daarom altijd de voorkeur, geef dan natuurlijk wel ook regelmatig water als het weinig regent.

Oogsten van knolvenkel
Tussen het zaaien en het oogsten liggen ongeveer 80 dagen. Je oogst knolvenkel in hetzelfde jaar dat het geplant is. Je kunt van de knolvenkel het volgende oogsten:
- Uiteraard de knol. Deze ligt bijna helemaal boven de grond, je kunt dus heel goed zien wanneer deze goed en groot genoeg is om te oogsten. Dat is doorgaans wanneer de bol zo’n 8-10 centimeter groot is.
- De stengels met het loof. Deze kun je als kruid gebruiken als garnering of verwerken in soepen, sauzen of marinades.
- Knolvenkel zal bij het in bloei schieten schermbloemen maken. Deze schermbloemen vormen na de bloei zaad dat je kunt oogsten als het gedroogd is. Venkelzaad wordt in de keuken gebruikt als specerij. Uiteraard kun je het zaad ook gebruiken om het volgende jaar te zaaien.
Oogst van de cluster de grootste knol door deze vlak boven de grond af te snijden met een scherp mes. Laat de wortels in de grond achter om de bodemstructuur te behouden. Na het oogsten van de knol verschijnen er geen nieuwe oogstbare producten (knollen, stengels of bloemen) meer. De levenscyclus is met de oogst voorbij. De overige knollen van de cluster krijgen nu meer ruimte en kunnen nog even verder groeien.
Na de oogst kun je de knollen afspoelen en beschadigde buitenlagen verwijderen. Bewaar de geoogste knollen in de koelkast, verpakt in een vochtige doek, waar ze tot een week vers blijven. Knollen die te lang in de grond blijven staan, kunnen houtig worden. De plant is eenjarig, dus je kunt alleen oogsten in het jaar waarin je geplant hebt. Knolvenkel is bestand tegen een lichte vorst, maar is niet winterhard. Beschermen de plant met een vliesdoek of met mulch tegen de koude.
Eet de bol zo vers mogelijk. Zonder stengels en blad blijft deze nog 2 of 3 dagen goed in de koelkast. Voor langere bewaring kun je de knolvenkel blancheren en invriezen.

Teelt en verzorging
Als je tuin voldoende op orde is dan is geen speciale voeding nodig voor de knolvenkel. De hoeveelheid water die je geeft is wel van belang, want knolvenkel houdt niet van droge voeten, maar staat ook niet graag met zijn voeten in het water.
Een veelvoorkomend probleem bij het zelf kweken van knolvenkel is dat de plant kan “doorschieten” (bloemstengels vormen) als het te warm of te droog is. Dit kun je voorkomen door regelmatig water te geven en de plant wat schaduw te bieden tijdens hete zomerdagen.
Er zijn verschillende variëteiten van knolvenkel, zoals:
- ‘Zefa Fino’: Geschikt voor koelere klimaten, vroeg oogstrijp.
- ‘Di Firenze’: Een klassieke Italiaanse variëteit, bestand tegen warmere zomers.
- ‘Finale’: Geeft uniforme knollen en is populair bij moestuinders.
Ziekten en plagen die knolvenkel kunnen aantasten, zijn onder meer tripsen en slakken. Tripsen veroorzaken schade aan het loof, terwijl slakken de jonge zaailingen kunnen opeten. Gebruik insectengaas en zet koperringen of natuurlijke slakkenvallen in om schade te voorkomen. Goede luchtcirculatie en een goed doorlatende bodem helpen schimmelziekten te voorkomen.
Vermeerdering van knolvenkel gebeurt uitsluitend door zaad. Gebruik kwalitatief goed zaad van betrouwbare leveranciers om een succesvolle teelt te garanderen.
Knolvenkel in de Tiny Garden.
Ik heb nog geen ervaring met het zelf telen van knolvenkel. Met mijn kleine moestuin moest ik erg selectief zijn in het aantal gewassen. Komende seizoen heb ik meer ruimte en dan wil ik zeker experimenteren met knolvenkel.