Lente-ui uit eigen tuin

Inleiding
De lente-ui, ook wel bekend als bosui of pijp-ui, is een veelzijdige groente afkomstig uit Centraal- en Oost-Azië. Het gewas staat bekend om zijn frisse, milde uiensmaak en zijn veelzijdigheid in de keuken. De Latijnse naam, Allium fistulosum, verwijst naar de holle, buisvormige bladeren. Hoewel de lente-ui vaak met de gewone ui (Allium cepa) wordt verward, is het een apart gewas en wordt het vaak als vaste plant gekweekt in warme klimaten. In Nederland wordt het meestal als eenjarig gewas geteeld. Het is vrij eenvoudig om lente-ui uit eigen tuin te kweken.
De lente-ui heeft een rijke historie en wordt al duizenden jaren in Aziatische keukens gebruikt. Het gewas heeft door de jaren heen vele bijnamen gekregen, zoals pijpajuin en salade ui. Een leuk weetje is dat alle delen van de plant eetbaar zijn, van de witte wortelbasis tot de groene stengels. Het is een groente die zowel in warme als koude gerechten tot zijn recht komt en vaak rauw wordt gebruikt in salades, soepen en roerbakgerechten. Lente-ui is een type bolgewas en behoort tot de Alliaceae (lookfamilie), net als ui, prei en bieslook.


Zaaien van lente-ui
Je kunt lente-ui in zeer veel perioden zaaien, zodat je ook in een groot deel van het jaar lente-ui kan oogsten. Uiteraard hoef je niet elke periode te zaaien, maar je kunt je aandacht richten op enkele perioden met een goede verdeling over het seizoen.
Vanaf Juli kun je lente-ui toepassen voor opvolgingsteelt (successionplanting). Dat betekent dat je steeds voorgezaaide zaailingen beschikbaar hebt om lege plekken te vullen, die ontstaan na het oogsten van gewassen.
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Half Februari 1446_9d67ff-8f> |
Half Maart 1446_b2fefe-eb> |
Eind April 1446_18dbd5-5e> |
Eind Februari 1446_593c1c-44> |
Eind Maart 1446_799abb-65> |
Begin Mei 1446_76311b-5a> |
Begin Maart 1446_128a2b-34> |
Begin April 1446_f813a5-2f> |
Half Mei 1446_d921d4-31> |
Half Maart 1446_2f1ce9-17> |
Half April 1446_2c0118-15> |
Eind Mei 1446_d12c5e-f9> |
Eind Maart 1446_ca7c4b-49> |
Eind April 1446_d26081-d5> |
Begin Juni 1446_687af2-d3> |
Begin April 1446_334da3-cc> |
Begin Mei 1446_48a53c-58> |
Half Juni 1446_c3a04f-5a> |
Half April 1446_79ecca-2c> |
Half Mei 1446_fee830-f4> |
Eind Juni 1446_363930-f8> |
Eind April 1446_e7ae54-b1> |
Eind Mei 1446_1d787f-5f> |
Begin JulI 1446_a8631e-09> |
Begin Mei 1446_26c2c5-21> |
Begin Juni 1446_e77ffe-c6> |
Half JulI 1446_b76eda-4e> |
Half Mei 1446_863671-18> |
Half Juni 1446_e5c37d-18> |
Eind JulI 1446_85b27b-c3> |
Eind Mei 1446_d4a809-04> |
Eind Juni 1446_724868-93> |
Begin Augustus 1446_b94262-68> |
Begin juni 1446_ae2d11-ea> |
Begin Juli 1446_fa1ac2-9c> |
Half Augustus 1446_a6dcd2-ce> |
Half juni 1446_c59aac-87> |
Half Juli 1446_73f0e7-64> |
Eind Augustus 1446_fff726-bc> |
Eind juni 1446_400d04-b3> |
Eind Juli 1446_bf8619-16> |
Begin September 1446_c39acd-67> |
Lente-ui wordt bij voorkeur voorgezaaid in potten of trays om een optimale start te garanderen. Het aantal planten dat je wilt zaaien hangt af van je behoefte en van de beschikbare ruimte.
Gebruik kleine potten of trays met een diameter van ongeveer 5-7 cm. Vul deze met een luchtige, goed doorlatende compost. Hanteer voor lente-ui de methode van clusterzaaien. Dat wil zeggen dat je in elke module van de tray of in elk potje 8 tot 10 zaadjes zaait. Bij het ontkiemen groeien dan ook meerdere zaailingen per module of potje. Zo’n groepje zaailingen noemen we een cluster.
De clusters zaailingen worden niet uitgedund. Elk cluster wordt straks als geheel geplant. Zorg voor voldoende licht om slappe zaailingen te voorkomen. Houd de aarde vochtig maar niet te nat, aangezien lente-ui gevoelig is voor wortelrot.
De optimale kiemtemperatuur ligt tussen de 18 en 22 graden Celsius. Bij deze omstandigheden zullen de zaadjes binnen 10 dagen ontkiemen.


Planten van lente-ui
De clusters met zaailingen zijn klaar om uitgeplant te worden zodra ze 10-15 cm hoog zijn en stevige wortels hebben. Dit is ongeveer 30 dagen na het zaaien. Lente-ui heeft een voorkeur voor een zonnige standplaats in goed doorlatende, humusrijke grond. Zorg ervoor dat de grond niet te nat is, omdat dit wortelrot kan veroorzaken.
Als je gebruik maakt van de vakkenmethode dan passen er 4 clusters lente-uien in een vak van 30×30 cm. In een vak van 40×40 cm passen 9 clusters lente-uien.
Zonder vakkenmethode kun je een plantafstand van 15 cm rondom hanteren.
Plant een cluster zaailingen vrij diep in een plantgat. Lente-ui die in het vroege voorjaar gezaaid is, kun je het beste afdekken met een vliesdoek en deze zo beschermen tegen de nachtvorst of koude wind.
Lente-uien die na de langste dag gezaaid zijn, hebben geen bescherming nodig. De plantjes hebben alle gelegenheid om in groeizame omstandigheden uit te groeien tot een behoorlijke plant, voordat ze de winter in gaan. Ze zijn behoorlijk bestand tegen de kou en hebben ook in de winter geen speciale bescherming nodig.
Lente-ui kan ook prima in potten worden gekweekt, mits de potten minimaal 20 cm diep zijn. Goede kandidaten voor companionplanting zijn wortelen, sla en spinazie, omdat deze gewassen elkaar niet beconcurreren en samen bijdragen aan een gezonde bodemstructuur.


Oogsten van lente-ui
Van een lente-ui kunnen zowel de witte stengel als het groene blad worden geoogst. Je kunt oogsten zodra de stengels een dikte van ongeveer een potlood hebben, wat ongeveer 65 dagen na het zaaien het geval is. Je hoeft de lente-ui niet direct te oogsten, want je kunt ze gerust enkele maanden in de grond laten staan zonder dat ze bederven. Ze blijven eetbaar, maar de smaak kan wat pittiger worden en de structuur kan taaier aanvoelen.
Als je in het voorjaar hebt gezaaid, zijn de lente-uien oogstrijp in de zomer. Wanneer je in het najaar hebt gezaaid, kun je de winter oogsten en mogelijk zelfs tot in april van de volgende lente. De lente-ui is winterhard en kan een redelijke hoeveelheid vorst weerstaan.
In elke geplante cluster groeien meerdere lente-uien. Oogsten is in dit geval eigenlijk uitdunnen: je haalt uit elke clusters een of twee van de grootste lente-uien weg door ze met een draaiende beweging uit de grond te trekken. De overige uien in de cluster krijgen hierdoor meer ruimte en kunnen verder groeien.
Verwijder van de geoogste lente-uien de buitenste bladeren. Hierna kun je ze wassen en in de koelkast bewaren. Verpak de lente-ui in een vochtige doek of plastic zak om de versheid te behouden; zo blijft de ui tot een week houdbaar. Voor langere bewaring kun je de stengels invriezen.
Als je een lente-ui niet oogst, dan zal deze in het voorjaar van het tweede jaar gaan bloeien en uiteindelijk zaad produceren. Dat zaad kun je oogsten en gebruiken om opnieuw te zaaien.

Teelt en verzorging
Bekende variëteiten van lente-ui zijn onder andere ‘Ishikura’, ‘White Lisbon’ en ‘Performer’. Deze rassen onderscheiden zich door hun groeisnelheid en smaak.
Veelvoorkomende plagen zijn trips, uienvlieg en roest. Trips kun je bestrijden met biologische insecticiden of door natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, aan te trekken. Tegen uienvlieg helpt het gebruik van insectengaas. Roest kan worden voorkomen door een goede luchtcirculatie en het vermijden van natte bladeren.
Lente-ui uit eigen tuin kan worden vermeerderd door het opnieuw planten van de onderste witte delen met wortels. Hoewel het gewas in Nederland meestal als eenjarige wordt geteeld, kan het in zachte winters overleven. In dat geval is het belangrijk de plant te beschermen met een mulchlaag of vliesdoek tegen vorst. Regelmatig water geven en het verwijderen van onkruid zijn essentiële verzorgingstaken om een gezonde groei te waarborgen.
Een lente-ui die niet geoogst wordt zal in bloei schieten en zaad produceren.