Bieslook uit eigen moestuin

Inleiding
Als beginnende moestuinder raakte ik in mijn eerste jaar behoorlijk verward door de verschillende soorten bieslook in de moestuin, vooral vanwege de uiteenlopende benamingen. Op diverse websites vond ik tegenstrijdige informatie. Na enig speurwerk heb ik dit lijstje samengesteld. Iedereen die het beter weet, mag een reactie achterlaten – ik ben benieuwd!
- Allium schoenoprasum = Fijne bieslook (met dunne sprietjes).
- Allium fistulosum = Grove bieslook, stengelui, oosterse ui of Japanse prei (met vrij dikke, stevige pijpen). Soms worden ook lente- en bosui bij fistulosum ingedeeld, terwijl andere bronnen ze bij Allium cepa plaatsen.
- Allium tuberosum = Knoflookbieslook of Chinese bieslook.
De indeling in plantenfamilies maakte mijn zoektocht niet makkelijker. De ene bron plaatst bieslook in de uienfamilie, een andere noemt de lelieachtigen, en weer een andere de narcisfamilie (Amaryllidaceae). Wat ik inmiddels begrijp, is dat bieslook waarschijnlijk ooit tot de lookfamilie (Alliaceae) behoorde, maar na voortschrijdend inzicht is ingedeeld bij de narcisfamilie (Amaryllidaceae). Ja, ik ben ook verward 🙂
Weetje
Bieslook is niet giftig voor de mens maar wel voor dieren. Zelfs in een kleine hoeveelheid kan dit al een vervelende reactie geven voor honden en katten.
De Nederlandse naam “bieslook” verwijst naar de dunne, biesachtige stengels. In het Engels heet het “chives” of “Welsh onion”, in het Duits “Schnittlauch” en in het Frans “Ciboulette”. Deze namen verwijzen allemaal naar look en uien – de milde uiensmaak van bieslook is dan ook onmiskenbaar.
Herkomst en groeiomstandigheden
Bieslook komt van nature voor in gematigde klimaten in Europa en Azië en doet het ook goed in de Nederlandse natuur. In je eigen moestuin geeft bieslook de voorkeur aan een zonnig plekje, maar halfschaduw is ook prima. De plant stelt weinig eisen aan de bodem, zolang deze maar goed doorlatend is. Bieslook houdt van een redelijke hoeveelheid water, vooral tijdens droge periodes. Het leuke is dat bieslook winterhard is en ieder jaar weer terugkomt!
In deze video van Flora van Nederland kun je zien hoe je bieslook eenvoudig kunt herkennen.

Zaaien van bieslook
Je kunt bieslook jaarrond zaaien: van maart-augustus voor buitenteelt en van september-februari voor de vensterbank. De Tuinagenda beperkt uit praktische overwegingen de zaaiperiode tot maart-april. Daarmee kun je nog hetzelfde jaar je bieslook oogsten.
Zaaitabel
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Begin Maart 902_5f1675-65> |
Begin Mei 902_bd1ddf-39> |
Eind Mei ∞ 902_698b02-d3> |
Half Maart 902_362a1b-97> |
Half Mei 902_340df2-03> |
Begin Juni ∞ 902_391b6e-4e> |
Eind Maart 902_037620-28> |
Eind Mei 902_305d2d-88> |
Half Juni ∞ 902_b44dca-06> |
Begin April 902_a5e5bf-d9> |
Begin Juni 902_5d28b7-e4> |
Eind Juni ∞ 902_0f3c60-84> |
Half April 902_c1b555-67> |
Half Juni 902_dae3de-bd> |
Begin Juli ∞ 902_b0c888-fa> |
Eind April 902_29516c-bd> |
Eind Juni 902_93798e-f4> |
Half Juli ∞ 902_828159-92> |
Bieslook is een langzame groeier die je voorzaait in potten of trays. Kies voor een pot of tray met vakjes van ongeveer 5 cm. Vul deze met een grond of compost. Omdat bieslook in pollen groeit, zaai je per pot of vakje ongeveer 10-15 zaadjes. Dit lijkt misschien veel, maar de dunne stengels groeien dicht bij elkaar zonder elkaar te hinderen. De zaailingen blijven als cluster bij elkaar.
De zaden ontkiemen het beste bij een temperatuur van 18-22 °C. Binnen circa 14 dagen verschijnen eerste sprietjes. Uitdunnen in niet nodig. Alle ontkiemde zaailingen blijven als cluster bij elkaar. Hou de grond voldoen vochtig, maar niet te nat.


Planten van bieslook
Wanneer de zaailingen ongeveer 8-10 cm hoog zijn en er al een stevige pol begint te vormen, kun je ze uitplanten of overzetten in een grotere pot. Dit is meestal zo’n 50 dagen na het zaaien. Kies een zonnige of halfschaduwrijke plek in de tuin met goed doorlatende, vochtige grond. Bieslook houdt van een humusrijke bodem.
Bij het planten in de volle grond is het belangrijk om voldoende ruimte te laten. Houd een afstand van 20 cm in diameter rondom elke pol, zodat ze voldoende lucht en licht krijgen. I
Je kunt bieslook goed combineren met andere kruiden en groenten. Denk bijvoorbeeld aan wortels, sla of aardbeien. Vermijd echter een plek naast knoflook of prei, omdat deze gewassen vatbaar zijn voor dezelfde ziekten. Bij het planten hoef je de wortels maar net onder de grond te bedekken; de pol mag niet te diep worden geplant.

Oogsten van bieslook
Bieslook kan ongeveer 70 dagen na het zaaien voor het eerst worden geoogst, afhankelijk van de groeiomstandigheden. Je kunt de stengels oogsten wanneer ze een lengte van 15-20 cm hebben bereikt. Knip de sprieten af met een schone schaar, ongeveer 2 cm boven de grond. Dit stimuleert de plant om nieuwe scheuten aan te maken, waardoor je doorlopend kunt oogsten.
Je hoeft bieslook niet in één keer te oogsten; het is juist handig om steeds een paar stengels af te knippen wanneer je ze nodig hebt. De paarse bloemen verschijnen in de zomer en zijn ook eetbaar. Als je echter wilt dat de plant zich blijft ontwikkelen, kun je de bloemen beter verwijderen voordat ze zaad vormen. Dit houdt de energie van de plant gericht op de groei van nieuwe stengels.
Na het oogsten kun je de stengels vers gebruiken of invriezen. Voor invriezen was je de stengels, snijd je ze in kleine stukjes en bewaar je ze in een luchtdichte verpakking in de vriezer. Gedroogde bieslook verliest veel van zijn smaak en wordt daarom niet aanbevolen.
Teelt en verzorging
Bieslook is een makkelijke plant om te verzorgen en heeft weinig last van ziekten of plagen. Wel kan het soms worden aangevallen door trips of roestschimmel. Controleer regelmatig op bruine vlekken of kleine insecten op de stengels en verwijder aangetaste delen meteen. Geef de plant voldoende water, vooral in droge periodes, maar zorg dat de grond goed doorlatend blijft om wortelrot te voorkomen.
Je kunt bieslook vermeerderen door zaad of door de pollen van bestaande planten te scheuren. Scheuren is een eenvoudige manier om de plant te verjongen. Graaf in het vroege voorjaar of najaar een pol uit en verdeel deze in kleinere stukken, die je vervolgens opnieuw plant. Dit helpt trouwens ook om de plant gezond en productief te houden.
Omdat bieslook winterhard is, hoef je in de winter weinig te doen. De plant sterft bovengronds af, maar de wortels overleven de kou. In het voorjaar lopen de stengels vanzelf weer uit.
Bekende variëteiten zijn
- Welsh Green (Allium fistulosum) – Grove bieslook
- Fijne bieslook (Allium schoenoprasum) – Zeer dunne, holle stengeltjes
- Pijplook of Grove Snij (Allium fistulosum) – Vrij dikke, ronde stengeltjes.
- Middelfijn (Allium schoenoprasum) – Middeldikke, ronde stengeltjes
- Chinese bieslook (Allium tuberosum) – Lang plat blad in plaats van pijpjes.

Wanneer bieslook bloeit, verschijnen er prachtige paarse bloemetjes die ook eetbaar zijn. Ze trekken nuttige insecten aan, zoals bijen en vlinders, en kunnen als decoratie in salades worden gebruikt. Regelmatig oogsten bevordert de groei van nieuwe stengels.

Bieslook in de kleine tuin
Bieslook is een compacte groeier die een mooie pol vormt.
Als je gebruik maakt van de vakkenmethode dan passen er 4 bieslookplanten in een vak van 30×30 cm. In een vak van 40×40 cm kunnen er 6.
Bieslook doet het ook uitstekend in potten; zorg dan voor een pot van minstens 15 cm diep met een goede afwatering. Het past prima in een kleine tuin of in een pot op terras of balkon. Zeker op je terras of balkon is bieslook een leuke aanvulling omdat er in de zomer mooie paarse bloemen verschijnen.