Peper in de moestuin

Inleiding
De peper, ook wel bekend als chilipeper of Spaanse peper, is een tropisch gewas dat oorspronkelijk afkomstig is uit Midden- en Zuid-Amerika. Al duizenden jaren geleden werd het gewas geteeld door inheemse volkeren, zoals de Azteken en de Maya’s. De ontdekking van de peper door Europese ontdekkingsreizigers leidde tot de introductie ervan in Europa en later in Azië, waar het een belangrijke plaats in de keukens veroverde. De peper is ook in de moestuin geen onbekende meer.
De naam ‘peper’ is verwarrend, omdat zo noemen we ook het specerij zwarte peper, die afkomstig is van een heel andere plant (Piper nigrum). De officiële Latijnse naam van de peper zoals wij die kennen, is Capsicum annuum. Het gewas behoort tot de nachtschadefamilie (Solanaceae), waartoe ook tomaten, aubergines en aardappelen behoren. Peperplanten kunnen verschillende vormen en kleuren aannemen, van kleine, scherpe chilipepers tot grotere, zoete paprika’s. De kleur varieert van groen en geel tot felrood, oranje en zelfs paars.
Peperplanten zijn eenjarig in het Nederlandse klimaat, hoewel ze in warmere klimaten als meerjarige planten kunnen groeien. peper kweek je voor de vruchten, die je zowel vers als gedroogd kan gebruiken in allerlei gerechten en specerijen. De smaak kan variëren van mild tot extreem heet, waarbij het stofje capsaïcine verantwoordelijk is voor de pittigheid. Met de zogenaamde schaal van Scoville kun je de scherpte van een peper bepalen. Je moet hiervoor wel weten wat voor type peper je hebt.
Wist je dat capsaïcine de stofwisseling stimuleert? Opvallende bijnamen voor de peper zijn ‘Spaanse peper’, ‘chili’ en ‘hete peper’.
Leuk weetje:
Capsaïcine is de stof die de peper zijn pittigheid geeft. Verrassend genoeg wordt deze stof ook toegepast als ingrediënt van pijnstillende crèmes.

Levenscyclus pepers
De levenscyclus van de peper begint bij het zaad. Na het zaaien ontkiemt het binnen 7 tot 21 dagen, afhankelijk van de temperatuur. De jonge zaailingen ontwikkelen zich tot stevige planten met vertakkingen waar bloemen uit groeien. De bloemen worden bevrucht, waarna de eerste kleine vruchten zichtbaar worden. Deze vruchten rijpen van groen naar hun uiteindelijke kleur (rood, geel, oranje, paars, afhankelijk van de variëteit) en kunnen vervolgens geoogst worden. Nadat de oogst voorbij is en de temperaturen dalen, sterft de plant in Nederland doorgaans af, tenzij deze binnen wordt gehaald en als meerjarige kamerplant wordt behandeld.

Zaaien van peper
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Begin Maart 1932_ba76b9-62> |
Begin Mei 1932_76fb67-e4> |
Begin Juni ∞ 1932_c9d1fc-77> |
Half Maart 1932_a091f1-80> |
Half Mei 1932_0580fc-ca> |
Half Juni ∞ 1932_ad8627-54> |
Eind Maart 1932_22fb78-e1> |
Eind Mei 1932_e06a2f-5b> |
Eind Juni ∞ 1932_7eb30c-70> |
Zaai peperzaden binnenshuis, omdat de Nederlandse zomers te kort en te koud zijn voor een succesvolle buitenteelt. Daarom beginnen we vroeg met zaaien, zodat de planten voldoende tijd krijgen om bloemen te vormen en vruchten te produceren. Door vroeg te starten, profiteer je van een langere teeltperiode.
Om te bepalen hoeveel planten je moet zaaien, is het goed om te bedenken dat één peper in de moestuin gemiddeld 10 tot 30 vruchten oplevert, afhankelijk van de variëteit. Voor een gezin van vier personen is het kweken van 3 tot 5 planten doorgaans voldoende.
Zaai de zaden in potten of trays met een diameter van 5 tot 7 cm. Gebruik 2 tot 3 zaden per pot of cel in de tray. Zodra de zaden ontkiemen, laat je alleen de sterkste zaailing staan en dun je de rest uit. Zorg voor een kiemtemperatuur van 25-30°C. Gebruik indien nodig een verwarmde kweekmat of plaats de potten op een warme plek, bijvoorbeeld boven een radiator. De zaden ontkiemen meestal binnen 15 dagen. Zodra de kiemplanten 2 tot 3 echte blaadjes hebben, verplaats je ze naar grotere potten om verdere groei te bevorderen.


Planten van peper
De zaailingen zijn klaar om uitgeplant te worden wanneer ze ongeveer 15-20 cm hoog zijn en minstens 4 tot 6 stevige, volwassen bladeren hebben. Dit moment ligt ongeveer 50 dagen na het zaaien. Peperplanten worden pas buiten uitgeplant wanneer het risico op nachtvorst volledig is geweken (meestal na half mei).
Peperplanten hebben een plantafstand nodig van ongeveer 30 cm rondom elke plant. In een vak van 30×30 cm past dus 1 peperplant, terwijl in een vak van 40×40 cm maximaal 2 planten kunnen groeien, afhankelijk van de variëteit.
De standplaats is cruciaal voor een goede teelt. Peperplanten houden van een zonnige, warme en beschutte plek. De grond moet goed doorlatend zijn, rijk aan organisch materiaal en licht vochtig blijven, maar niet nat. In Nederland worden peperplanten vaak in kassen of in potten geteeld om ze te beschermen tegen temperatuurschommelingen. De plantdiepte is gelijk aan de hoogte waarop ze in de zaaipot stonden.
Peper kan prima in potten in de moestuin groeien. Zorg dan voor een pot met een minimale diameter van 20 cm en gebruik vruchtbare potgrond. Interplanting met basilicum, uien of knoflook kan gunstig zijn, omdat deze gewassen helpen om ongedierte af te weren. Peperplanten kunnen echter minder goed opschieten met aardappelen en aubergines, omdat ze vatbaar zijn voor dezelfde plagen..


Oogsten van paprika
Je oogst de pepers bij voorkeur als deze rijp zijn. De eerste oogst vindt plaats ongeveer 85 dagen na het zaaien, afhankelijk van de variëteit. Pepervruchten kunnen geoogst worden wanneer ze nog groen zijn, maar ze zijn vaak zoeter en smaakvoller wanneer ze volledig rijp zijn. De rijpe kleur varieert van rood, geel, oranje tot paars.
Om te oogsten knip je de peper af met een schaar of mesje, waarbij je een klein stukje steel aan de vrucht laat zitten. Dit voorkomt beschadiging van de vrucht en de plant. Het is niet nodig om de hele oogst in één keer binnen te halen, want de vruchten rijpen geleidelijk. Peperplanten kunnen nieuwe vruchten blijven produceren zolang de temperatuur hoog genoeg blijft.
Geoogste pepers kunnen vers worden gegeten, maar ook worden gedroogd of ingevroren. Droog ze aan de lucht of in een droogoven. Verse pepers blijven ongeveer 1 tot 2 weken goed in de koelkast. Voor langere opslag kunnen ze ingevroren worden, met of zonder zaadlijsten.

Teelt en verzorging
Enkele bekende variëteiten van peper in de moestuin zijn ‘Jalapeño’, ‘Habanero’, ‘Cayenne’, ‘Padron’ en ‘Bird’s Eye’. Deze variëteiten verschillen in grootte, kleur en scherpte.
Heb je liever pepers die niet erg pittig zijn, kijk dan eens naar ‘Malawi Peppadew’ of ‘Kardoula’
Bladluizen, witte vlieg, spintmijten en tripsen vallen peperplanten vaak aan. Bestrijd dit ongedierte met natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes of roofmijten. Voorkom fysiologische problemen zoals neusrot (calciumgebrek) door de vochtbalans constant te houden.
Vermeerder peperplanten door zaad of neem stekjes, hoewel stekken minder gebruikelijk is.
Zorg voor een constante temperatuur en vochtigheid bij het verzorgen van peperplanten. Geef regelmatig water, maar vermijd wateroverlast. Bemest wekelijks met een vloeibare meststof met kalium om de vruchtzetting te bevorderen.
Overwinter peperplanten door ze als kamerplant te houden. Plaats de planten in potten op een lichte, warme plek, snijd ze na de oogst terug tot een derde van hun hoogte en geef matig water tijdens de winterrust. Laat de planten in het voorjaar opnieuw uitlopen.
