Erwten in de moestuin

Inleiding
De erwt (Pisum sativum) is een eenjarig gewas dat al duizenden jaren door de mens wordt geteeld. Oorspronkelijk komt de erwt uit het Middellandse Zeegebied. De Grieken, Romeinen en Egyptenaren aten de erwt al in de oudheid. In Europa werd het gewas in de Middeleeuwen een belangrijk onderdeel van het dagelijkse dieet. De erwt is zowel een bron van verse groente als een basis voor droge peulvruchten. Je kunt erwten eenvoudig zelf in je moestuin kweken.
Eén naam, meer soorten
De wetenschappelijke naam van de erwtenplant is Pisum sativum, maar achter deze naam gaan verschillende soorten schuil, namelijk doperwten, suikererwten (sugarsnaps), peultjes en kapucijners. Als we het in de Tuinagenda over erwten hebben dan bedoelden we alle variaties van de erwtenplant, anders spreken we expliciet over doperwten.
Erwten behoren tot de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae) en staan bekend als stikstofbinders. Dit betekent dat ze in samenwerking met bacteriën stikstof uit de lucht kunnen binden in de wortelknollen, wat de bodemvruchtbaarheid verhoogt. We beschouwen hierdoor de erwt als een goede voorvrucht voor andere gewassen.
Levenscyclus
De erwtenplant is een eenjarige plant die in één groeiseizoen van zaad tot volwassen plant groeit, bloemen produceert, peulen vormt en uiteindelijk afsterft. De levenscyclus begint met de kieming van het zaad, waarna er een zaailing ontstaat. De erwtenplant groeit in de moestuin uit tot een klimmende plant met een dunne, zwakke stengel die steun nodig heeft. Na ongeveer 50 tot 80 dagen verschijnen de bloemen, die na bestuiving veranderen in peulen. De peulen ontwikkelen zich verder tot oogstrijpe erwten. Na de oogst sterft de plant langzaam af.
Leuk weetje:
De bloemen van kapucijners hebben vaak een opvallend paars-blauwachtige kleur, wat het gewas ook visueel aantrekkelijk maakt in de moestuin.
Groeiwijze
Er zijn grote verschillen in de wijze van groeien van verschillende variëteiten.
1. Lage erwten (dwergvariëteiten): Hoogte: 30 – 60 cm. Vaak is geen ondersteuning nodig, maar een klein hekwerk of takken kunnen helpen. Voorbeeld variëteiten: ‘Kelvedon Wonder’, ‘Little Marvel’
2. Middelhoge erwten: Hoogte: 60 – 120 cm. Een rek of stokken wordt aanbevolen om ze rechtop te laten groeien. Voorbeeld variëteiten: ‘Sugar Snap’, ‘Oregon Sugar Pod’
3. Hoge erwten (klimmende rassen): Hoogte: 150 – 250 cm (sommige rassen zelfs hoger). Deze vereisen een stevig hekwerk, gaas of stokken. Voorbeeld variëteiten: ‘Alderman’, ‘Telephone’


Zaaien van erwten
Volgens de Tuinagenda zaaien we erwtenplanten voor de moestuin in de perioden Begin Maart tot en met Eind April. Je hebt dus meerdere opties om te zaaien.
Zaaien |
Planten |
Oogsten |
Begin Maart 1980_1605a5-00> |
Half April 1980_c82791-b8> |
Eind Juni ∞ 1980_abe3b7-df> |
Half Maart 1980_8e29eb-15> |
Eind April 1980_9023c6-9f> |
Begin Juli ∞ 1980_c32d8b-cc> |
Eind Maart 1980_2e5b5e-87> |
Begin Mei 1980_c215ba-0e> |
Half Juli ∞ 1980_869bef-ac> |
Begin April 1980_e6969f-14> |
Half Mei 1980_88116e-cb> |
Eind Juli ∞ 1980_4eef0f-22> |
Half April 1980_8d2ad3-90> |
Eind Mei 1980_051a84-34> |
Begin Augustus ∞ 1980_68ed86-0c> |
Eind April 1980_fe178f-55> |
Begin Juni 1980_6fbd59-96> |
Half Augustus ∞ 1980_afbaf3-3d> |
Let op: er zitten kleine verschillen in de periode van oogsten van doperwten, sugarsnaps, peulen en kapucijners. Kijk bij de informatie over oogsten.
Erwtenplanten worden voorgezaaid in potten of trays van minimaal 5×5 cm. Zaai in elke cel 2 a 3 zaden. De optimale kiemtemperatuur ligt tussen 15 en 20°C. Bij deze temperatuur kiemen de zaden binnen 10 dagen. De zaailingen worden niet uitgedund, maar ze worden als cluster gezaaid.
De teelt van wintererwten is nu nog niet opgenomen. Het zou in de Tuinagenda tot verwarring leiden als er in juni geoogst moet worden voor iets dat nog nooit gezaaid is :-).


Planten van erwten
Wanneer de zaailingen ongeveer 10 cm hoog zijn en 3 tot 4 echte blaadjes hebben, zijn deze klaar om uitgeplant te worden. Dit moment is ongeveer 25 dagen na het zaaien.
Een goede afstand voor erwtenplanten is 15 cm rondom elke plant. Erwtenplanten worden vaak op rijen geplant, zodat je er aan alle kanten goed bij kunt om te oogsten.
Erwten in de moestuin houden van een luchtige, goed doorlatende grond met voldoende organisch materiaal. Geef erwten een plek met zon of halfschaduw. Een beschutte standplaats is ideaal, omdat harde wind de ranken kan beschadigen. Plant zaailingen met de wortelhals (de overgang van wortel naar stengel) net boven de grond.
Erwtenplanten hebben een klimmend karakter en profiteren van steun. Gebruik stokken, netten of klimrekken. Je kunt erwten ook in potten planten, mits de pot minimaal 30 cm diep is.


Oogsten van erwten
Het verloop van het oogsten van erwtenplanten wijkt voor de verschillende varianten een beetje af.
- Doperwten oogst je als de erwten goed gevuld zijn, maar nog sappig. (meestal 10-14 weken na zaaien). Oogstduur 2 tot 4 weken.
- Peultjes worden jong geoogst, zodra de peulen volledig ontwikkeld, maar nog plat zijn (ongeveer 8-12 weken na zaaien). De zaden in de peulen mogen niet groot worden. Oogstduur 3 tot 4 weken.
- Sugarsnaps oogst je met dikke, knapperige peulen, maar niet te laat, anders worden ze taai (10-14 weken na zaaien). Oogstduur 3 tot 4 weken.
- Kapucijners oogst je als de erwten goed gevuld zijn, maar nog niet uitgedroogd (meestal 12-14 weken na zaaien). Oogstduur 2 tot 4 weken.
Peultjes en sugarsnaps hebben een langere oogstperiode, omdat je ze jong kunt blijven plukken. Bij koel weer kan de oogstperiode voor alle erwtenplanten met 2 tot 3 weken verlengd worden
Erwtenplanten worden handmatig geoogst door de peul met de hand los te trekken van de plant. Regelmatig oogsten stimuleert de plant om nieuwe peulen aan te maken. Met name peultjes en suikererwten maken na pluk nieuwe peulen. Doperwten en kapucijners produceren vaak een enkele hoofdoogst die je in vrij korte tijd moet oogsten.
Na de oogst worden de peulen gedopt (doperwten of kapucijners) of in hun geheel gegeten (suikererwten en peultjes). De gedopte doperwten en kapucijners kunnen na blancheren worden ingevroren voor later gebruik. Suikererwten en peulen kunnen enkele dagen in de koelkast worden bewaard.

Teelt en verzorging
Bekende variëteiten
- Doperwten: ‘Kelvedon Wonder’, ‘Early Onward’, ‘Alderman’
- Kapucijners: ‘Blauwschokker’, ‘Grijze Roodbloeiende’
- Suikererwten: ‘Norli’, ‘Oregon Sugar Pod’, ‘Tall Sugar’ (2 mtr), ‘Sugar Ann’
- Peultjes: ‘Norli’
Sommige variëteiten groeien heel hoog, dus wees daar bedacht op.
Ziekten en plagen
Veelvoorkomende ziekten zijn schimmelziekten zoals meeldauw en wortelrot. Tegen meeldauw helpt goede ventilatie. Een juiste wisselteelt voorkomt bodemgebonden ziekten. Plagen zoals bladluizen kunnen worden bestreden met biologische bestrijders zoals lieveheersbeestjes.
Wijzen van vermeerderen
Erwten worden uitsluitend vermeerderd via zaaien. Bewaar zaden van een gezonde plant voor het volgende jaar.

Erwtenplanten in de kleine tuin
Afwegingen voor de kleine tuin gaan voornamelijk over de grootte of de hoogte van de planten. Soms kan de hoogte een voordeel zijn, omdat je dan ‘meer plant’ hebt op dezelfde oppervlakte. Het vereist echter wel speciale voorzieningen zoals stokken of hekwerken. Als je zulke voorzieningen hebt dan kun je elke variëteit telen.
Ik beperk me hier echter tot dwerg-variëteiten die passend zijn voor een kleine tuin. Deze blijven meestal 30-60 cm hoog en zijn ideaal voor kleine tuinen of bakken.
Doperwten
- ‘Kelvedon Wonder’ – Compacte plant (40-50 cm), vroege en lange oogst, zoete smaak.
- ‘Early Onward’ – Lage, snelgroeiende soort (50 cm), vroeg in het seizoen te oogsten.
- ‘Little Marvel’ – Compacte plant (45 cm), goed bestand tegen kou, zoete smaak.
- ‘Half Pint’ – Zeer kleine plant (30 cm), geschikt voor potten.
Sugar Snaps (sperzie-erwten)
- ‘Sugar Ann’ – Lage plant (50 cm), vroeg rijpend, zeer zoet.
- ‘Sugar Bon’ – Compacte variant (45 cm), goede oogst.
- ‘Cascadia’ – Iets hoger (60 cm), maar nog steeds een compacte plant met dikke, zoete peulen.
Dwergvariëteiten van Peultjes
Peultjes zijn meestal klimplanten, maar er zijn ook lage rassen van 40-60 cm hoog.
- ‘Oregon Sugar Pod II’ – Blijft laag (50-60 cm), zoete en brede peulen.
- ‘Dwarf Grey Sugar’ – Lage, sierlijke plant (60 cm) met paarse bloemen en platte peulen.
- ‘Norli’ – Compacte plant (40 cm), snel rijp, lange oogstperiode.
Dwergvariëteiten van Kapucijners
Kapucijners worden meestal vrij hoog, maar er zijn enkele middelgrote tot lage rassen.
- ‘Blauwschokker Dwarf’ – Compacte versie van de bekende ‘Blauwschokker’, hoogte rond de 60-90 cm.
- ‘Ezetha’s Krombek’ – Lager dan standaard kapucijners, hoogte ongeveer 90 cm.
- ‘Golden Sweet’ – Gele peulen, blijft 80 cm hoog, maar heeft lichte steun nodig.
In vakken van 30×30 cm kun je 4 clusters met zaailingen kwijt, en in vakken van 40×40 cm passen er 9.
Erwten in de opvolgingsteelt
Erwtenplanten zijn geschikt voor de 1e seizoenshelft en kun je daarom toepassen als voorloopgewas in de opvolgingsteelt. Na het oogsten van de erwten is er nog voldoende gelegenheid om een ander gewas voor de 2e seizoenshelft te telen. Op de pagina van de opvolgingsteelt kun je zelf combinaties maken die passen bij wat jij wilt telen. Gebruik de informatie hieronder als inspiratie voor je eigen ideeën.
Erwten (voorjaarsteelt) gevolgd door palmkool (najaarsoogst)
