Wisselteelt in de moestuin (deel 1)

Wisselteelt in de moestuin, ook wel vruchtopvolging genoemd, is een landbouwmethode waarbij verschillende gewassen in opeenvolgende seizoenen in een geplande volgorde op hetzelfde stuk grond worden geteeld. Het doel is om de bodemvruchtbaarheid te behouden, bodemerosie te verminderen en de opbouw van ziekten en plagen te voorkomen. In plaats van dezelfde gewassen jaar na jaar op dezelfde plek te telen (monocultuur), worden gewassen afgewisseld om de balans in de bodem en de ecologie te verbeteren.
Er bestaan verschillende schema’s voor wisselteelt, waarbij het aantal rotaties kan verschillen. Bij een vierjarige rotatie wordt een gewas pas in het vierde jaar weer op dezelfde plek geteeld. Toen ik begon met moestuinieren, kende ik het begrip ‘vruchtrotatie’ en het leek me slim om dat ook in mijn kleine tuin toe te passen. Ik bedacht een schema met zes verschillende soorten gewassen, verdeeld over zes halve moestuinbakken.

Overige planten zoals kruiden , bloemen en paddestoelen maken geen deel uit van de wisselteelt. Deze kunnen daarom om elke gewenste locatie gepland worden.
Mijn wisselteeltplan 2024
Ik begon mijn moestuin met drie bakken van 1,20 x 1,20 meter, waardoor er in elke bak 16 vakken van 30×30 cm passen – in totaal 48 vakken. Met slechts drie bakken is het natuurlijk lastig om wisselteelt met zes soorten gewassen toe te passen. Daarom heb ik elke bak denkbeeldig in tweeën gedeeld, waarbij elk deel voor een bepaald type gewas is bestemd. De middelste vier vakken heb ik gereserveerd voor kruiden en bloemen. Per gewassoort blijven er dan zes vakken over.
Het werd dus nog flink puzzelen om voldoende variatie in mijn tuin te krijgen. Uiteindelijk heb ik verschillende gewassen ook nog in losse bakken en zakken gekweekt. Volgens mij kom je als moestuinder altijd plekjes tekort!
Bladgewas en vruchtgewassen
Het onderste deel van mijn eerste moestuinbak is voorbehouden aan bladgroenten zoals sla, snijbiet en bleekselderij. In de bovenste helft staan de vruchtgewassen (tomaat, komkommer, paprika, peper, aubergine en courgette).

Knol- en ui-gewassen
Mijn tweede moestuinbak was bestemd voor knolgewassen (wortel, pastinaak, bieten, radijs) en uien. Omdat ik niet zoveel ui-soorten had is de verdeling hier niet fifty-fifty. De knolgewassen hebben duidelijk de overhand.

Peulvruchten en koolgewassen
Mijn derde moestuinbak had ik gereserveerd voor peulgewassen (sperziebonen, snijbonen, peultjes) en koolsoorten (palmkool, paksoi, Chinese kool, koolrabi).

Zaaien en planten
Ik heb nagenoeg alle gewassen zelf gezaaid, meestal door ze voor te zaaien in potjes en daarna uit te planten. Knolgewassen en uien zijn minder geschikt om voor te zaaien, dus die heb ik direct in de grond gezaaid volgens mijn wisselteeltplan. Ik heb er een filmpje van gemaakt, dat je kunt bekijken op mijn YouTube-kanaal Tiny Garden, Big Fun bekijken.
Hieronder zie je hoe de bakken erbij staan aan het einde van de zomer en het begin van de herfst. Veel gewassen zijn alweer opgeruimd, en ik heb al opnieuw gezaaid voor de herfst- en winterteelt.

Mijn ervaringen met wisselteelt
Na dit eerste jaar heb ik gemengde gevoelens over wisselteelt in de moestuin. Ik zie een aantal voordelen, maar ook duidelijke beperkingen. In het volgende deel van dit artikel zal ik de voor en nadelen op een rijtje zetten.