Uien zelf telen

Inleiding
Uien (Allium cepa) behoren tot de familie van de lookgewassen en zijn al duizenden jaren een essentieel onderdeel van de menselijke voeding. De ui vindt zijn oorsprong waarschijnlijk in Centraal-Azië, waar het gewas wild groeide en door vroege landbouwers werd gecultiveerd. De naam “uien” is afgeleid van het Latijnse “unio”, wat “enkele parel” betekent, verwijzend naar de enkelvoudige bol. Uien kun je zelf telen en zijn een van de meest veelzijdige groenten die worden gebruikt als basis in talloze gerechten wereldwijd. Ze staan bekend om hun scherpe smaak en kenmerkende geur die bij het koken milder wordt.
Leuk weetje:
er is een directe relatie tussen het aantal bladeren (loof) van een ui en het aantal schillen van de bol. Hoe meer bladeren, hoe groter de bol doorgaans kan worden, omdat elk blad fotosynthese uitvoert en energie bijdraagt aan de bolvorming. Uien met meer schillen hebben doorgaans een betere bewaarkwaliteit, omdat de buitenste schillen de bol beter beschermen tegen schade en vochtverlies.
In de oudheid dienden uien niet alleen als voedsel, maar ook als geneesmiddel en zelfs als symbool van eeuwigheid vanwege hun gelaagde structuur. Uien zijn overwegend tweejarige planten, hoewel ze meestal als eenjarige worden geteeld in de moestuin. Ze worden gerekend tot de bolgewassen en staan ook wel bekend onder namen als ajuin of uienschillen.

Je kunt uien zelf telen uit zaad of via plantuitjes. Omdat het verloop voor de levenscyclus van beide opties nogal anders is, zal ik allebei de manieren beschrijven.
De levenscyclus van een ui uit zaad
De levenscyclus begint met het zaaien van uienzaad in februari of maart. Bij een temperatuur van 18-22°C ontkiemen de zaden binnen 7 tot 14 dagen. De zaden ontwikkelen een dunne, rechte spruit en een kleine wortel die de plant van voedingsstoffen voorziet.
In de komende weken produceert een zaailing smalle, holle bladeren (het loof). Deze bladeren vormen zich in een waaierpatroon en spelen een belangrijke rol bij de fotosynthese. Het wortelstelsel breidt zich uit, waardoor de plant steviger wordt en efficiënter voedingsstoffen en water uit de grond kan opnemen. Rond 8-12 weken begint de plant energie op te slaan in de ondergrondse bol. Dit proces wordt gestimuleerd door de lengte van de dagen (daglichtgevoeligheid) en de groeiomstandigheden.
Rijping van de bol: De bol groeit aanzienlijk en slaat suikers en andere reserves op. Dit is de fase waarin de bollen beginnen uit te zwellen en de ui zijn kenmerkende vorm en structuur krijgt. Het loof blijft fotosynthese uitvoeren, maar begint geleidelijk te verkleuren en af te sterven naarmate de bol volledig rijp wordt. Wanneer het loof geel wordt en omvalt (meestal tussen 90-120 dagen na zaaien), is de bol rijp en klaar om geoogst te worden.

De levenscyclus met plantuitjes
Planten in lente en vroege zomer (Maart tot Juni)
- Herstart van de groei: In maart, wanneer de dagen langer worden en de temperaturen stijgen, hervat de plant zijn vegetatieve groei. Er wordt meer loof aangemaakt, wat belangrijk is voor fotosynthese en energieproductie.
- Bolvorming: Zodra de daglengte de kritische drempel bereikt (14-16 uur voor langdaguien), stopt de plant met het produceren van nieuw loof en richt hij zich op de opslag van energie in de bol. Dit gebeurt meestal vanaf april of mei.
Planten in herfst- en wintercyclus (Oktober tot Maart)
- Start van de groei: Zodra de plantuitjes in oktober worden uitgeplant, ontwikkelen ze een wortelstelsel en beginnen ze loof te vormen. De groei is traag, omdat de dagen korter worden en de temperatuur daalt.
- Winterrust: In de winter vertraagt de groei aanzienlijk of stopt helemaal bij koudere temperaturen. Dit is een natuurlijke rustperiode waarin de plant zich aanpast aan het seizoen.
- Geen bolvorming: Tijdens de winter worden de dagen te kort voor bolvorming. De energie van de plant wordt vooral gebruikt voor het behouden van vitaliteit in het loof en wortelstelsel.
Voordelen van planten in oktober
- Snellere ontwikkeling in de lente: Omdat de plantuitjes al een ontwikkeld wortelstelsel en loof hebben, lopen ze in de lente snel uit, wat een voorsprong geeft ten opzichte van zaaiuien.
- Vroegere oogst: Door de langere groeicyclus kunnen de uien al in juni of juli worden geoogst, eerder dan bij zaaiuien.
- Betere overwintering: Plantuitjes zijn goed bestand tegen vorst, waardoor ze de winter zonder problemen overleven.
- Bolvorming blijft afhankelijk van daglengte: Ook al zijn de uitjes in de herfst uitgeplant, de bolvorming begint pas in het voorjaar wanneer de daglengte voldoende toeneemt.
Fotoperiodieke planten
Uien zijn fotoperiodieke planten, wat betekent dat hun groei en ontwikkeling worden beïnvloed door de lengte van de dag (de hoeveelheid licht gedurende een etmaal). De bolvorming start wanneer de daglengte een specifieke drempelwaarde bereikt, die afhankelijk is van het uienras.
Kortdaguien
- Deze variëteiten beginnen bollen te vormen bij een daglengte van 10-12 uur.
- Ze worden vaak geteeld in warmere regio’s met kortere dagen en mildere winters, zoals in Zuid-Europa.
Langdaguien
- Deze variëteiten vereisen een daglengte van 14-16 uur om bollen te vormen.
- Ze zijn ideaal voor teelt in Nederland, waar de dagen in het late voorjaar en de zomer lang zijn.
Intermediaire rassen
- Deze zitten tussen kortdag- en langdaguien in en beginnen bollen te vormen bij een daglengte van ongeveer 12-14 uur.
- Ze zijn flexibeler qua teeltlocatie.
In de bol van de ui wordt energie opgeslagen als reservestoffen zoals fructanen (een vorm van suiker). Deze stoffen maken de bol sappig en voedzaam. Voor de ui is dit cruciaal om in het tweede jaar weer loof en een bloemstengel te kunnen ontwikkelen.

Geschikte langdagrassen
Het is belangrijk om bij het kiezen van uienzaad of plantuitjes rekening te houden met de daglengte die past bij jouw regio. Hieronder staan bekende langdagrassen voor gele, rode en witte uien en voor sjalotten
Gele uien
- ‘Sturon’
- Een van de meest populaire variëteiten in Nederland.
- Betrouwbaar, met een goede opbrengst en uitstekende bewaarbaarheid.
- ‘Centurion’
- Een verbeterde versie van Sturon, met een iets snellere groei.
- Goed bestand tegen ziektes en geschikt voor langdurige opslag.
- ‘Hytech’
- Een hybride variëteit met een uniforme bolgrootte.
- Goede resistentie tegen ziekten.
Rode uien
- ‘Red Baron’
- Een bekende variëteit met een diepe rode kleur en een milde smaak.
- Geschikt voor zowel vers gebruik als bewaring.
- ‘Karmen’
- Produceert iets kleinere, felrode uien met een zoete smaak.
- Wordt vaak vers gegeten en heeft een kortere bewaartijd.
- ‘Brunswick’
- Een oudere, erfgoedvariëteit met een goede opbrengst en een pittigere smaak.
Witte uien
- ‘Snowball’
- Een zachte, witte ui met een milde smaak en een bolvormige structuur.
- Niet lang te bewaren, maar ideaal voor verse consumptie.
- ‘White Lisbon’
- Wordt vaak gebruikt als lente-ui, maar kan ook doorgroeien tot een bol.
- Snelle groeier en geschikt voor vroege teelt.
- ‘Albion’
- Een witte langdagvariëteit met goede weerstand tegen ziekten.
Sjalotten
- ‘Golden Gourmet’
- Een populaire gele sjalot met een goede smaak en lange bewaartijd.
- Zeer geschikt voor de Nederlandse tuin.
- ‘Red Sun’
- Een rode sjalot met een zoete smaak en een gladde schil.
- Goede opbrengst en relatief makkelijk te telen.
- ‘Jermor’
- Een Franse langwerpige sjalot (banana shallot) met een rijke smaak.
- Geschikt voor bakken, koken en karamelliseren.


Zaaien van uien
Je kunt uien zelf telen uit zaad, net zoals je andere gewassen zou zaaien. Maar bij uien kun je ook kiezen voor plantuitjes. Dit zijn mini-uienbolletjes die je in de grond stopt, waarna ze uitgroeien tot volwassen uien. De Tuinagenda hanteert voor uien de volgende gegevens en zaaiperiodes.
Uien (uit zaad)
Zaaien |
Planten |
Oogsten vanaf |
Half Februari 1524_0274d4-a7> |
Eind Maart 1524_e4a415-c7> |
Begin Juni ∞ 1524_a6caa0-cc> |
Eind Februari 1524_85b8f8-32> |
Begin April 1524_9924fc-25> |
Half Juni ∞ 1524_aae52d-42> |
Begin Maart 1524_874daa-52> |
Half April 1524_53c1b6-eb> |
Eind Juni ∞ 1524_c270d2-f6> |
Half Maart 1524_5ade77-a4> |
Eind April 1524_c1e6b2-6a> |
Begin Juli ∞ 1524_c54bde-f6> |
Eind Maart 1524_daa971-34> |
Begin Mei 1524_0b5465-7c> |
Half Juli ∞ 1524_72f28e-4a> |
Begin April 1524_aafa94-c7> |
Half Mei 1524_850208-76> |
Eind Juli ∞ 1524_c39f58-65> |
Uien (plantuitjes)
Plantuitjes kun je in het voorjaar en in het najaar gebruiken.
Voorjaarsteelt
Herplanten |
Oogsten ∞ |
Half Maart 1524_7d74c7-51> |
Begin Juni ∞ 1524_e7ca85-6d> |
Eind Maart 1524_b9ace4-2c> |
Half Juni ∞ 1524_2739b5-05> |
Begin April 1524_2896ea-c7> |
Eind Juni ∞ 1524_db8135-c7> |
Half April 1524_916cf3-38> |
Begin Juli ∞ 1524_f520df-d9> |
Eind April 1524_1d6fb9-89> |
Half Juli ∞ 1524_1a3fa8-f8> |
Najaarsteelt
Als je in het najaar zaait dan loopt de oogst bijna gelijk op met de voorjaarsoogst. De uien staan dan maar liefst 220 dagen in de grond.
Herplanten |
Oogsten ∞ |
Half September 1524_da40a7-58> |
Half Mei ∞ 1524_881865-3a> |
Eind September 1524_a4c606-96> |
Eind Mei ∞ 1524_1f6075-22> |
Begin Oktober 1524_40bc48-d8> |
Begin Juni ∞ 1524_8c8251-8a> |
Clusterteelt
In de Tuinagenda vind je de optimale zaaiperiodes voor uien. Uien zaaien we via de methode van clusterzaaien:
- Zaai 6 tot 7 zaadjes in een potje of tray.
- De zaadjes kiemen binnen 14 dagen en vormen een cluster van zaailingen.
- Dun de cluster uit tot er maximaal 5 plantjes per cluster overblijven. Deze clusters gaan we later planten.
Hoeveel uien zaaien?
Het bepalen van hoeveel uien je wilt zaaien hangt af van:
- De beschikbare ruimte: Hoeveel plaats heb je in je tuin?
- Het gewenste aantal uien: Hoeveel uien wil je oogsten voor eigen gebruik? Aangezien uien vaak worden gegeten, heb je er al snel veel nodig.
Een goede strategie is om zowel uien uit zaad te zaaien als plantuitjes te gebruiken. Dit zorgt ervoor dat de oogstperiodes elkaar overlappen of opvolgen, waardoor je een langere periode verse uien kunt oogsten.


Planten van uien
Je kunt herkennen dat de clusters klaar zijn om te planten als ze 10-15 cm hoog zijn en stevige wortels hebben ontwikkeld. Dit moment valt meestal 30 dagen na het zaaien. De clusters worden uitgeplant met een vrije ruimte van 15 cm rondom.
Uien hebben een zonnige, beschutte plek nodig en gedijen het best op goed doorlatende, voedzame grond. Ze kunnen slecht tegen wateroverlast, dus zorg voor goede drainage. Plant de uien zo dat de bol net onder de grond zit. Het gewas kan ook in een pot van minimaal 20 cm diep worden geplant. Voor tussenteelt (interplanting) zijn wortels, bieten en sla geschikte kandidaten.


Oogsten van uien
Door te combineren met uien uit zaad en uien uit plantuitjes kun je meerdere oogstmomenten per jaar hebben.
In tegenstelling tot de lente-ui en bosui wordt van de bolui uitsluitend de bol geoogst.
Wat zijn de kenmerken waaraan je kunt zien dat de uien klaar zijn om geoogst te worden.
- Het loof wordt geel en begint om te vallen.
- De uiteinde van het loof krijgt een papierachtig uiterlijk
- De uien stoppen met groeien.
Dit moment valt gemiddeld
- 100 dagen na het zaaien
- 70 dagen bij gebruik van plant-uitjes in het voorjaar.
- Bij plantuitjes die in het najaar zijn geplant oogst je in het volgende voorjaar (voordat ze gaan bloeien).
Hoe uien oogsten?
- Individuele boluien:
- Trek de ui voorzichtig uit de grond zodra deze oogstklaar is.
- Clusters met meerdere uien:
- Als uien in clusters zijn gezaaid, staan de bollen dicht op elkaar.
- Oogst eerst de grootste ui uit de cluster door deze vast te pakken en met een draaiende beweging van de wortels af te halen.
- Hierdoor krijgen de overgebleven uien meer ruimte om verder te groeien. Herhaal dit proces bij volgende oogsten.
Na de oogst:
- Drogen:
- Laat de geoogste uien enkele dagen drogen op een zonnige plek. Dit helpt om de houdbaarheid te verlengen.
- Opslag:
- Bewaar de uien op een droge, koele en donkere plek, zoals in een net of een geventileerde doos.
- Vermijd vochtige opslagruimtes om schimmelvorming te voorkomen.
Overwinterende uien
Uien die je niet in hetzelfde jaar oogst, kunnen overwinteren. Tijdens de winterperiode gaan de uien in winterslaap, maar zodra het warmer wordt in het voorjaar, zullen ze:
- In bloei schieten en stengels vormen die bloemen produceren.
- Na de bloei kun je de bloemen laten uitgroeien tot zaad. Dit zaad kun je oogsten en bewaren voor een nieuwe teelt.

Teelt en verzorging
Uien kunnen last hebben van ziekten zoals valse meeldauw en plagen zoals de uienvlieg. Het afdekken met insectengaas en het toepassen van wisselteelt helpt om deze problemen te beperken.
Aandachtspunten bij de verzorging zijn regelmatige onkruidbestrijding en het vermijden van wateroverlast. Hoewel uien winterhard zijn, kun je ze bij strenge vorst beschermen met een mulchlaag. Op deze manier ben je verzekerd van een goede oogst voor het volgende seizoen.
Uien in de opvolgingsteelt
Als je uien zaait in de 1e seizoenshelft dan blijft er voldoende ruimte om in de 2e seizoenshelft nog een opvolggewas te kiezen. Op de pagina van de opvolgingsteelt kun je zelf combinaties maken die goed bij jou passen. Gebruik de informatie hieronder als inspiratie voor je eigen ideeën.
Uien gevolgd door andijvie gevolgd door kervel
